Ashtanga yoga is zonder twijfel de meest lichamelijk uitdagende vorm van yoga. Regelmatige beoefening maakt je sterk en lenig. Maar de serie houdingen is minstens zo heilzaam voor de geest. Dit zijn de beste redenen om aan Ashtanga te doen.
1) Het maakt je kalmer
Ademhaling is bij elke vorm van yoga van belang. Maar bij Ashtanga is de hoorbare Ujjay (‘overwinnaars’) ademhaling een onmisbaar onderdeel van je practice. De Ujjay klinkt als het rustgevende ruizen van de zee. Daarnaast activeer je door het langzame, diepe in- en uitademen door je neus je parasympastisch zenuwstelsel. Dat heeft een kalmerend effect dat een hele dag kan aanhouden.
2) Je leert je eigen lichaam beter kennen
De ware Ashtangi doet zes keer per week dezelfde serie. Saai? Helemaal niet. Je ontdekt vanzelf dat je lichaam elke dag anders reageert.
Door dezelfde houdingen keer op keer aan te gaan, maak je jezelf steeds vertrouwder met je lichaam en de bijbehorende emoties of angsten: ‘face your fears’.
Als een emotie telkens terugkomt, zul je merken dat je er op den duur anders mee omgaat. Waarschijnlijk met meer mildheid. Door met zachtheid naar minder prettige emoties te kijken, lossen ze vaak sneller op dan wanneer je ze vol boosheid of irritatie probeert weg te duwen.
“Voor je het weet zit je op je yogamat een to do-lijstje te maken”
3) Ashtanga werkt reinigend
Van deze vorm van poweryoga ga je flink zweten. Niet alleen omdat de houdingen intens zijn, maar ook door de krachtige Ujjay-adem. Om dat innerlijke vuur verder op te stoken mag er tijdens een Ashtanga-les niet worden gedronken.
Daarbij hebben veel houdingen een positief effect op de organen: twists masseren onder andere je darmen. Houdingen als Ardha Baddha Padmottanasana (Halve Gebonden Lotus) stimuleren onder meer je lever en milt.
4) Het leert je in het nu te blijven
Wie eenmaal bekend is met de Primary series, zal tijdens een practice geneigd zijn vast vooruit te denken. Vaak spreekt het ego: ‘Zal ik dit keer nog dieper in de houding kunnen? Lukt de brug dit keer wel? Kan ik de hoofdstand langer volhouden dan de vorige keer?’
Hoewel het zeker zin kan hebben om naderhand na te gaan waarom iets wel of niet lukte, is het tijdens de practice de bedoeling om vooral te voelen en te observeren en niet ter plekke te gaan rationaliseren of te verklaren. Want dat is nu eenmaal onze aard: nadenken over waarom iets gaat zoals het gaat en bedenken hoe het anders kan.
En voor je het weet zit je op je yogamat een to do-lijstje te maken met goede voornemens voor de komende week. Niet doen. Je lichaam en je adem zijn nu in charge, niet je brein.
Als iets niet gaat, constateer je dat en ga je door met de volgende houding. Om te voorkomen dat je toch gaat nadenken, heb je niet alleen de Ujjay-adem, maar ook de dristi (het focuspunt waar je naar kijkt en dat per houding verschilt) en de banda’s (de inwendige energiesloten) om je ‘in je lichaam’ te houden.
“Je eigen vangnet worden, zo doe je dat“
5) Je oefent in loslaten
Je kunt in principe geen houdingen weglaten tijdens de Primary Series, dus ook met de houdingen waar je het niet zo op hebt, moet je leren omgaan. Tegelijkertijd is het niet de bedoeling om langer dan de gemiddelde 5 ademhalingen in een houding te blijven. Dus ook de houding waar je je heel fijn bij voelt, moet je (na 5 tellen) weer loslaten. Hechten, genieten en weer loslaten: het is net het leven.
6) Elke houding triggert een andere emotie
Er zijn mensen die volschieten als ze heupopeners doen. Omdat ze daar hun emoties ‘opslaan’. Of heel geïrriteerd raken bij een Paschimotanasana (de zittende vooroverbuiging). Omdat ze zich benauwd voelen.
Of in paniek schieten bij de Kameel, omdat ze denken dat ze achterover vallen of merken dat het openen van hun keelgebied angstige gevoelens oproept. Anderen voelen zich kwetsbaar of emotioneel worden bij een backbend, zoals de brug, omdat je daarmee je kwetsbare hartzone ‘opent’.
Door juist die houdingen keer op keer te oefenen, maak je jezelf steeds vertrouwder met je eigen emoties of angsten. Hoe je daarmee om gaat is voor iedereen anders.
Mij hielp het om bij een spannende houding (de Urdhva Padmasana) tegen mezelf te zeggen: ‘Geen paniek, ik vang je op. Ik ben er voor je. Vertrouw maar op mij.’ En sindsdien kan ik ‘m.
Je eigen vangnet worden: zo ‘simpel’ kan het zijn.